Inge Genné, programmamanager bij VITO, maakte begin 2016 samen met een groep watertechnologen (intern) de overstap van de afdeling Duurzame Chemie naar het departement Water Management & Technology (WMT). Parallel hieraan vond ook de inkanteling plaats van het Vlaams Kenniscentrum Water (Vlakwa). “Onder de paraplu van VITO waken we over het Vlaamse watersysteem. Dit doen we door te luisteren naar de noden van stakeholders, en door vanuit een geïntegreerde aanpak innovatie in het waterdomein te versnellen. Intussen zien we dat Vlakwa en onze waterexperts een sterke reputatie genieten.”

De start van je carrière in december 1991 hangt nauw samen met de geboorte van VITO. Sterker, je zou de allereerste nieuw aangeworven VITO-werknemer zijn!

(lacht) Of ik écht de eerste ben, dat weet ik natuurlijk niet zeker – misschien moet de administratie dat maar eens uitzoeken. Maar het klopt dat toen ik solliciteerde, in de zomer van 1991, VITO officieel nog niet bestond. Ik werd aangeworven door de personeelsdirecteur van SCK, waarna ik moest wachten tot de officiële oprichting van VITO rond was, vooraleer ik aan de slag kon.

Daarnaast combineerde je in je eerste functie twee rollen: die van VITO-onderzoeker en die van doctoraatsstudent.

Klopt. Na mijn scheikundestudie (UHasselt en KU Leuven) wilde ik graag beginnen aan een toepassingsgericht doctoraat in de polymeerchemie. Bij VITO kreeg ik de gelegenheid om het doctoraatsonderzoek te combineren met een functie als onderzoeker (nu zijn die tijdelijke contracten vervangen door het beurssysteem). Mijn doctoraat was dus een van de allereerste VITO-PhD’s.

Je startte met onderzoek naar membraantechnologie, en vandaag ben je programmamanager Water. Hoe heb je je werkomgeving tijdens die 28 jaar zien veranderen?

Begin jaren negentig lag de focus op membraanontwikkeling, zowel voor elektrochemische als voor filtratietoepassingen. Van waterzuivering en contractonderzoek voor membraanfiltratie was toen nog geen sprake. Door de druk op de grondwaterreserves groeide echter de industriële interesse in waterbesparing en -hergebruik. Ik ben me dan gaan toeleggen op het domein van procesoptimalisering, gaande van wateraudits tot implementatie van hergebruikscenario’s.

In die bijna drie decennia is ook VITO als organisatie sterk veranderd. Wat aanvankelijk begon als een eerder academisch gerichte onderzoeksorganisatie, evolueerde snel naar een klantgerichte innovatie-organisatie die steeds korter op de bal speelt. Vervolgens gingen we ook onszélf sterker als een modern bedrijf organiseren, met aandacht voor gerichte opleidingen voor commerciële en managementfuncties. In de derde en laatste golf kwam de focus sterk te liggen op de maatschappelijke impact. Wat betreft de beschikbaarheid van voldoende water is die impact natuurlijk evident.

En als programmamanager zorg je ervoor dat VITO de rol opneemt van ‘accelerator’ in het management en de transitie van het Vlaamse watersysteem.

Er zit veel beweging in de Vlaamse waterwereld, niet alleen bij VITO maar ook bij de (drinkwater)bedrijven, de steden en het innovatiebeleid. Samenwerking is uiteraard erg belangrijk. Tijdens de recente perioden van waterstress (denk maar aan de extreme droogte tijdens de zomer van 2018) hebben we gezien hoe belangrijk het is dat er vanuit zo’n groter geheel wordt gewerkt.

De herorganisatie van VITO in 2016 kwam op het juiste moment. VITO koos resoluut voor de uitbouw van een multidisciplinair waterteam en bracht hydrologie-, data- en IT-specialisten samen met experts op het gebied van technologie, economie en beleid. Deze kruisbestuiving werkt stimulerend. Een collega verwoordde het recent nog zo: “Over de grenzen van je eigen expertise heenkijken, dwingt je om scherper te zijn.” Wel, dát is nu precies wat we nodig hebben!